Blog 8: One compliment a day, keeps the doctor away (deel 2)

Hoe is het met je ‘strook-huishouding’?

In de vorige blog vertelde ik over strokes. En hoe het uiten van strokes en dankbaarheid kunnen bijdragen aan een gelukzalig gevoel. (Mocht je hem niet gelezen hebben, klik dan hier Deel 1 – One compliment a day, keeps the doctor away )

Voor de kritische lezer; dit werkt ook als het zogenaamd ‘gezocht’ is. In mijn feedback-trainingen doe ik met regelmaat een oefening waarbij ik deelnemers vraag om complimenten te geven aan elkaar. Ondanks dat het een opdracht van mij is én het soms wat ongemakkelijk voelt, is de reactie bij de ontvanger in (bijna) alle gevallen heel positief. 

Af en toe is een duwtje in de rug, om dat compliment toch wél te geven, is helemaal niet verkeerd!

Maar dan, de volgende stap: Durf jij te vragen om complimenten?

Tijdens de opleiding die ik volgde, kwam ook het woord ‘strookhuishouding’ aan bod. Het kan zomaar gebeuren dat je een dag hebt, waarbij het wat tegenzit. Je krijgt op je werk wat vervelende feedback, je hebt een aanvaring in de supermarkt of woorden met een vriend, zoiets. En je staat daardoor qua strokes in de ‘min’. Eigenlijk zou het heel fijn zijn, om even iets liefs te horen. Zou jij daar dan om vragen?

Het antwoord bij mij was lange tijd ‘Nee!’. Met daar achteraan de belemmerende overtuigingen: ‘dat doe je niet’, ‘ze zien me al aan komen’ en ‘wat is een stroke waard, als ik er zelf om vraag!’. Ja inderdaad, dat zijn dezelfde kritische noten als die ik eerder noemde bij het geven van complimenten. Waar ik deze zelf niet ervaar bij het geven van complimenten, kom ik ze dus wel tegen bij het vragen naar complimenten.

Met als gevolg, dat ik met een negatief of zwaar gevoel blijf lopen. Zelfs als ik het voorval bespreek. Ik ben gewoon een ‘love-junkie’.  Ik ga een stuk beter op een goede sfeer en harmonie. 

Na enig aandringen van mijn coach, ben ik er mee uit gaan proberen. Ik kan me de eerste keer nog goed herinneren dat ik na een lange aanloop, schoorvoetend en een tikje omslachtig aan mijn vriend vroeg; ‘Heb je misschien nog iets liefs wat je tegen me wilt zeggen?’ Nou. Dat was eruit. Ik was de drempel over. Een tikje ongemakkelijk wachtte ik zijn reactie af. 

Gelukkig kwam die snel. Vrijwel direct antwoordde hij: ‘Je bent een lekkerding.’ Ja, dat was lief natuurlijk. Ontzettend goed bedoeld ook. En niet wat ik bedoelde of waar ik echt behoefte aan had. Ik wilde iets over mijn innerlijk horen, dat had ik er niet bij gezegd dus dat kon hij natuurlijk niet weten.

Uiteraard kwam er gelijk een nieuw arsenaal aan belemmerende overtuigingen en conclusies langs: ‘Zie je dit werkt niet. Dat bedoelde ik niet. Maar ik ga er zeker niet nog een keer om vragen. Stom ook Ry, wees gewoon blij met wat hij tegen je zegt. ’

Vooraf had ik niet bedacht dat het over mijn innerlijk moest gaan. Al doende leert men, zeg maar. Na een hele innerlijke dialoog en uiteindelijk het idee dat ik duidelijker moest formuleren wat ik wilde horen, vroeg ik: ‘Lief, wat vind jij goede eigenschappen van mij?’

Nu duurde het iets langer. ‘Je bent lief, zorgzaam en een goede moeder.’

Slik.

De love junkie in mij was in een klap blij. En een tikje geroerd. 

Sindsdien probeer ik zo nu en dan om ‘iets liefs’ te vragen. Ik hou het nog even ‘veilig’ bij mijn lieve proefkonijn, die het toch nooit raar vind wat ik doe en me nog steeds leuk vind, als ik wel een beetje raar doe. Ik ben nog niet de drempel over om dat ook bij iemand anders te doen.

En dat is okee. Ik heb een stap vooruit gezet in het zorgen voor mijzelf en daar ben ik blij mee. Overigens is zoiets over jezelf zeggen, net zo goed een positieve stroke. Ook dat werkt voor een fijn gevoel. Nog even en ik ga ‘Tjakka’ tegen mezelf roepen! 😉

Blog 7: One compliment a day, keeps the doctor away (deel 1)

Hoeveel complimenten heb jij vandaag al gegeven?

Dit bordje hangt op mijn slaapkamer. Ik zie het iedere ochtend als ik op sta en ’s avonds voor ik naar bed ga. Ik hou van de positiviteit die er in zit. En met name ‘Nice butt’ hoor ik natuurlijk nooit genoeg!

Zonder grappen en grollen; in de jaren dat ik nu bezig ben met persoonlijke ontwikkeling staat een ding als paal boven water, ik leer een stuk sneller en beter wanneer ik positieve feedback krijg. 

Door mijn werk als trainingsacteur kwam ik al snel na mijn afstuderen in aanraking met feedbacktrainingen. Wat mij opviel is, dat er in dat soort trainingen met name wordt ingezoomd op hoe je iemand kritiek of verbeterpunten mee kan geven. 

Vaak werd er ook wel kort aandacht gegeven aan complimenten. Meestal was dit een relatief klein deel van de sessie. Vaak was dit wel hét moment van de training dat er een lach en ontspanning was. Ingrediënten die wat mij betreft heel belangrijk zijn als het gaat om leren. 

In mijn afstudeerstage had ik al gemerkt hoe het anders kon. Bij Acteursbureau Kapok werd ik begeleid tot trainingsacteur. Zij gaven ontzettend veel positieve bevestiging, naast natuurlijk aandachtspunten. De verhouding hier tussen was wel echt ruim in het voordeel van de positieve punten. Met de dag steeg mijn zelfvertrouwen. Wat nodig was, want die had een flinke deuk opgelopen tijdens mijn opleiding tot Theaterdocent. 

Tijdens de NLP-opleiding leerde ik over strokes. Strokes is een begrip dat komt uit de Transactionele Analyse, een andere methode waar ook mee gewerkt werd tijdens die opleiding. 

Een stroke is een uitspraak (of soms gedrag), wat een bepaald gevoel of gedrag bij jou oproept. Het grappige is dat ‘stroke’ in het Engels meerdere betekennissen heeft; het kan ‘klap’ betekenen, maar ook ‘aai’. Een stroke kan dus ook positief of negatief zijn. Of worden opgevat. 

Dat verschil tussen positief en negatief is vrij helder. Daarnaast heb je voorwaardelijke en onvoorwaardelijke strokes. Het verschil hiertussen is dat een voorwaardelijke stroke wordt gegeven op basis van iets wat je hebt gedaan of bereikt. Bijvoorbeeld: ‘Wat fijn dat je me geholpen hebt!’. Een onvoorwaardelijke stroke gaat over wie je bent. 

Mij viel het op, dat ik voornamelijk gewend ben om negatieve, voorwaardelijke strokes te geven en ontvangen. Bijvoorbeeld: ‘Dit kan je beter zo aanpakken.’ En dat ik eigenlijk liever, juist positieve strokes wil geven en ontvangen. 

Nu heb ik dat geven zelf in de hand. Positieve voorwaardelijke strokes gaan me makkelijk af. Positief onvoorwaardelijke strokes, daar kwam ik toch iets moeilijker op. En als ik ze bedacht, dan kreeg ik ze ook niet altijd even makkelijk over mijn lippen. Vanuit mijn beide benen die roestvast op de grond staan, klinkt het niet zo snel: ‘Ik waardeer jou om wie je bent.’ Terwijl ik dat vaak genoeg denk (weliswaar in andere bewoordingen, denk bijvoorbeeld aan: ‘Wat een leuk mens!’ of ‘Wat ben ik blij dat ik jou ken’.)

Een positief onvoorwaardelijke stroke wordt over het algemeen als het meest waardevol ervaren. Hierbij wat inspiratie:

‘Ik vind jou te gek.’ 

‘Jij bent een waardevolle vriend.’

‘Wat een fijne persoonlijkheid heb jij!’

‘De wereld is mooier met jou erin!’

Als je daar niet blij van wordt.. En het grappige is, dat dat niet alleen zo is als je een stroke ontvangt. Ook het uitdelen van strokes en het uiten van dankbaarheid draagt bij aan een gelukzalig gevoel.

In de opvoeding wordt nog wel eens gezegd, dat je van kinderen zachtgekookte eieren maakt, als je ze teveel complimenten zou geven. Daar geloof ik niet in. Ik geloof wel dat het goed is, om objectief te blijven kijken naar een kind. Het kan heus niet alles goed en niet alle tekeningen, zijn direct Picasso’s. Naast aanwijzingen die je geeft, kun je inzet die erachter zit, wel complimenteren. Dat maakt het zoveel leuker om te zeggen en te horen!

Lees gelijk door: Deel 2 – One compliment a day, keeps the doctor away