Vergelijk met jezelf, in een eerder stadium
Vroeger kon ik me eindeloos bezig houden met wat anderen van me vonden. Met name als ik iets niet wilde of iets me teveel werd, vond ik dat verschrikkelijk om aan te geven. Ik was bezig met het in de lucht houden van zoveel mogelijk ballen.
Dit kwam onder andere omdat ik veel naar anderen keek. Zij leken altijd wel meer (aan) te kunnen dan ik. Ik wilde net zo attent zijn als die ene lieve meid uit mijn vriendinnengroep, net zo strak als die mooie vrouw van de fitness, net zo ondernemend als die ene fantastische communicatietrainer waar ik mee werk. En zo waren er nog veel meer prachtige vrouwen, waar ik mezelf negatief aan af spiegelde.
Nu is er niets mis mee, om te kijken naar een ander. Om te kijken hoe diegene ergens is gekomen en daarvan te leren. Dit noem je modelleren (ook een term uit NLP, daar blog ik later nog wel eens over..) en kun je uitstekend gebruiken om zelf nieuwe dingen te ontdekken.
Echter wat ik deed, was niet lerend. Eerder bestraffend voor mijzelf. Ik keek niet met een observerende blik om te kijken wat ik van deze vrouw kon leren. Ik keek met een overwaarderende en zelfs ietwat jaloerse blik ‘Waarom kan zij dat allemaal wel!?’ (en je hoort er in gedachten al met een strenge stem achteraan ‘.. en ik NIET!’).
Wat je misschien al merkt, is dat deze vergelijkingen niet helemaal realistisch waren. Misschien herken je dat ook? Vaak als je vergelijkt met iemand, vergelijk je jezelf maar met één kant of eigenschap van diegene. Niet met het totaalplaatje. Dat is niet helemaal eerlijk naar jezelf toch?
Je vergelijkt jezelf met de allerbeste kwaliteit van een persoon, maar ook met een andere allerbeste kwaliteit van een andere persoon en weer een andere beste kwaliteit van de volgende persoon. Voor het gemak laat je in die vergelijking de ‘mindere’ kanten van die personen in de vergelijking even weg. Best wel logisch dat je dan niet heel florissant uit die vergelijkingen naar voren komt.
Ik kan me voorstellen dat dit ook voor kinderen zo werkt. Dat ook zij zich afspiegelen aan een eenzijdig beeld. Bijvoorbeeld aan dat ene kindje dat wél goed kan rekenen, of zijn zwemdiploma wél al heeft.
Als je op deze manier kijkt, krijg je geen realistisch beeld van je eigen groei. En het stimuleert je ook niet om groei(mogelijkheden) op te zoeken. Je kunt een ander observeren, leren van de stappen die degene heeft gezet en kijken wat jij nog kunt doen om een volgende stap te zetten.
Jezelf langs een (onrealistische) meetlat leggen of vergelijken met maar één aspect van de ander, is niet motiverend. Veel motiverender is het, om te proberen om jezelf minder te vergelijken met anderen. Als je wel merkt dat je dat doet, kun je op zo’n moment jezelf beter gaan vergelijken met een eerder versie van jezelf.
Bijvoorbeeld: ik ben net begonnen met schrijven en bloggen. Op zo’n moment kan ik mezelf gaan afzetten tegen Roald Dahl (mijn lievelingsschrijver als kind). Dan valt mij vooral op wat ik allemaal nog niet kan en wat ik allemaal nog niet heb gedaan.
Als ik mezelf vergelijk met mezelf in een eerder stadium, bijvoorbeeld een jaar geleden toen ik nog volop bezig was met de ontwikkeling van mijn boek of twee jaar geleden toen ik voor het eerst pas echt het plezier van schrijven had ontdekt, dan heb ik al heel veel stappen gemaakt en al mooie dingen bereikt. En dát motiveert mij juist, om me nog verder te ontwikkelen. En toch weer een blog te schrijven!