Blog 10: Een pad ontstaat door te gaan lopen (deel 2)

Welke beren kom jij tegen? 

In de vorige blog vertelde ik jullie hoe je kunt beginnen met het aanleren van nieuwe gewoontes. Even om op te frissen, de kern van het verhaal was:

– Bedenk wat je doel is en waarom je dit wilt behalen.

– Deel het op in stapjes.

– Begin!

(Heb je hem gemist? Lees hem hier: Deel 1 Een pad ontstaat door te gaan lopen)

Ik vergeleek het aanleren van nieuwe gewoontes, met het aanleggen van een nieuwe weg. Deze blog gaat over de beren, die jij op je weg kunt tegen komen. Want het is een illusie om te denken, dat je er alleen komt met goed nadenken over je doel. Het behalen van je doel zal waarschijnlijk niet gaan, zonder obstakels te overwinnen. Welke obstakels je tegen komt, kun je soms vooraf inschatten en soms ook niet. In ieder geval kun je de weg makkelijker maken door de volgende dingen;

Zoek supporters

Niets is zo fijn, als af en toe een steuntje in de rug. Een schouderklopje, een troostend woord of een knuffel; soms heb je wat aanmoediging nodig. Iemand die weet waar je naar toe wilt en achter je staat. 

Ook helpt het betrekken van mensen bij het daadwerkelijk realiseren van je doel. Misschien kun je zelfs iemand vinden die met je mee wilt doen; gedeelde smart is halve smart!

Vraag om hulp

Het is niet nodig om het wiel opnieuw uit te vinden. Maak gebruik van kennis die al voorhanden is. Als je er niet uitkomt, is er altijd wel iemand die je weer op weg kan helpen met tips of ervaringsverhalen. Zoek naar iemand die (ervaring)deskundige is op jouw (sub)doel en stel vragen als:

– Hoe heb jij je doel bereikt?

– Wat kwam jij voor hobbels tegen onderweg? Hoe ben je daar mee omgegaan?

 -Wat voor advies heb je voor mij ?

Probeer te achterhalen wat heeft gewerkt voor deze persoon en kopieer datgene wat voor jou van toepassing is. (In NLP noemen ze dit modelleren. Zoals ik eerder heb beloofd, komt hier ook nog een keer een blog over)

Rust uit en beloon jezelf

Als je dan bezig bent; Vergeet niet onderweg af en toe even ‘bij te tanken’. Zonder benzine kom je nergens. Daarmee bedoel ik; veranderingen vragen vaak extra energie. Als je zorgt dat je uitgerust bent, door nachtrust en ontspanning, hou je het langer vol.

Heb je een subdoel behaald? Beloon jezelf met een cadeautje, geef jezelf een compliment of vraag om een complimentje aan een van je supporters (zie One compliment a day, keeps the doctor away). 

Wees flexibel

Soms kan er opeens iets onverwacht gebeuren, een uitdaging of een tegenslag. Of een beer op de weg, net hoe je het wilt noemen. Bijvoorbeeld: ben je net lekker begonnen met sporten, komt Corona om de hoek en sluit de sportschool! Het kan zo zijn, dat je onderweg je aanpak moet bijstellen. Soms zelfs je doel of het moment waar op je dat doel gaat halen. 

Natuurlijk kun je het op zo’n moment makkelijk opgeven. Afhankelijk van hoe groot de beer is, is dat meer of minder verleidelijk. Neem op zo’n moment de tijd om een nieuw plan te maken. Denk na over wat nu de beste route is en die kan best anders zijn, dan je vooraf had bedacht.

Gaat het mis?

Op het moment dat je per ongeluk wel weer een keer op de snelweg van je vorige gedrag terecht komt; wees niet te streng voor jezelf! Het is niet hopeloos verloren, als je terugvalt. Rijd even een klein stukje mee op de snelweg, dan rem je daarna af. Je kunt echt weer een afslag pakken en aan de gang gaan met je nieuwe gedrag. Gebruik eventueel je hulpbronnen of supporters om terug op het pad te komen.

Hoe het nu met mijn weg staat? 

Ik ben onderweg! Ik heb een stapjesplan gemaakt. Ik begin met kleine dingen. Één keer in de week op de loopband en dan langzaam opbouwen, bijvoorbeeld. Natuurlijk weet ik dat het beter zou zijn voor het opbouwen van een conditie om drie keer in de week te lopen. Alleen al bij het denken daaraan, verlies ik mijn moed. Zo geen zin in. Tennissen vind ik wel leuk, dus ik heb me weer opgegeven voor les. En ik heb supporters, die zelfs met mee meedoen. Als het nu niet goed komt.. Het eerste deel van de nieuwe weg is aangelegd! 😉

Blog 9: Een pad ontstaat door te gaan lopen. (deel 1)

Welke nieuwe route wil jij bewandelen? 

Vaak willen wij mensen veel. Ken je dat? Ineens. Ben je het zat. Alles moet anders, het roer moet om. Twintig kilo eraf en voortaan iedere dag sporten of eindelijk die verbouwing afmaken of een andere baan, et cetera. Wat het ook is waar je verandering in wilt of een voornemen voor hebt, onze neiging is om de lat enorm hoog te leggen. Iets wat ik in ieder geval wel herken.

Deze grote doelen houden in, dat je een behoorlijke ommekeer moet maken in vergelijking met wat je daarvoor deed. Dat betekent niet dat die doelen per definitie niet te realiseren zijn. Het vraagt alleen wel wat van je. Want voor je het weet, verval je in je oude gedrag.

Dit oude gedrag is immers helemaal ‘ingesleten in je hersenpan’. Je hebt dit gedrag jezelf aangeleerd, soms doe je het al jaren zo. Het is vertrouwd. Je zou het de ‘makkelijke weg’ kunnen noemen. 

En als je je hersenen voorstelt als een soort wegennetwerk, dan is deze oude gewoonte ook nog eens een snelweg. Een snelweg? Ja, want voor je het weet zit je erop en als je er eenmaal oprijdt, dender je met vliegende vaart door. Zie dan nog maar eens een afslag te nemen. 

Wat je eigenlijk wilt, is een nieuwe gewoonte. En dus een nieuwe weg aanleggen in jouw wegennetwerk. In plaats van de gebruikelijke route, wil je een alternatief. Je begrijpt; een nieuwe weg is niet zomaar gebouwd. Dit vraagt tijd. Ze zeggen bijvoorbeeld, dat het gemiddeld zo’n 66 dagen actieve (!) aandacht vraagt om een nieuwe gewoonte aan te leren op het gebied van eetgewoonten. Met uitschieters naar 254 dagen, bij hardnekkige gewoonten. 

Hoe doe je dat dan zo’n nieuwe gewoonte aanleren? 

Begin met het formuleren van een doel. Denk na over wat het is, wat je anders wilt hebben. Op het moment dat je doel vaag is, weet je ook niet wanneer je het behaald hebt. Dus maak het concreet.

Denk ook na over hoe het voelt als je je doel bereikt hebt en waarom je dit doel zo graag wilt bereiken. Als je als het ware kunt visualiseren ‘waar je heen wilt’, wordt het doel veel aantrekkelijker. Dit zorgt ervoor dat je een veel grotere motivatie hebt, om daadwerkelijk aan de slag te gaan met je gedragsverandering. 

En dan? Nou, zoals de titel al zegt: Een pad ontstaat door te gaan lopen. Begin! Begin met kleine stapjes. Iedere beweging vooruit, is een stap dichterbij einddoel. 

Daarom is het handig, om het doel op te delen in subdoelen. Of in kleine stappen, net hoe je het wilt noemen. Niet alleen maakt dit het makkelijker om aan het doel te werken, want het is iets kleins waar je mee aan de gang kunt. En als je dan tussentijds een (klein) doel bereikt, geeft dit een goed gevoel en motivatie om door te gaan. 

Ook maken de kleine stappen het makkelijker om het gedrag vol te houden op het moment dat je het doel hebt bereikt. Immers, als je na het behalen van je doel je oude gedragspatroon weer oppakt, ben je zo weer terug bij af.  

Nu vraag je jezelf vast af: ‘Heb jij dan geen slechte gewoontes Ryanne?’. Zeker wel. Er zijn een aantal, daar kom ik tot nu toe nog niet vanaf. Nagelbijten is er eentje van. En ik laat de wasmanden altijd net zo lang staan, tot er echt niets meer is om aan te trekken. Dit zijn misschien kleine dingen. Maar van iets groter van orde is: ik zou fitter willen zijn. Eerder naar bed, gezonder eten, meer sporten, minder wijn, vaker mijn oefeningen doen.

Je hoort het al. Een lekker veelomvattend doel. Mijn grootste valkuil bij het behalen van dit doel, is dat ik mezelf niet genoeg tijd gun. Dat begint al bij het maken van een plan, het bedenken van subdoelen. Dat moet van mijzelf gewoon even snel in m’n hoofd. Waardoor ik het eigenlijk niet concreet maak. En het onhaalbaar blijft.

Dus. Hier komt het. Ik ga een plan maken. Om fitter te worden. Dat is Stap 1. Voilá! En ik ga er zo meteen gelijk voor zitten. Het idee voelt goed. Is het te vroeg om mezelf daarvoor te belonen? 😉

Lees gelijk door: Deel 2 – Een pad ontstaat door te gaan lopen

Blog 8: One compliment a day, keeps the doctor away (deel 2)

Hoe is het met je ‘strook-huishouding’?

In de vorige blog vertelde ik over strokes. En hoe het uiten van strokes en dankbaarheid kunnen bijdragen aan een gelukzalig gevoel. (Mocht je hem niet gelezen hebben, klik dan hier Deel 1 – One compliment a day, keeps the doctor away )

Voor de kritische lezer; dit werkt ook als het zogenaamd ‘gezocht’ is. In mijn feedback-trainingen doe ik met regelmaat een oefening waarbij ik deelnemers vraag om complimenten te geven aan elkaar. Ondanks dat het een opdracht van mij is én het soms wat ongemakkelijk voelt, is de reactie bij de ontvanger in (bijna) alle gevallen heel positief. 

Af en toe is een duwtje in de rug, om dat compliment toch wél te geven, is helemaal niet verkeerd!

Maar dan, de volgende stap: Durf jij te vragen om complimenten?

Tijdens de opleiding die ik volgde, kwam ook het woord ‘strookhuishouding’ aan bod. Het kan zomaar gebeuren dat je een dag hebt, waarbij het wat tegenzit. Je krijgt op je werk wat vervelende feedback, je hebt een aanvaring in de supermarkt of woorden met een vriend, zoiets. En je staat daardoor qua strokes in de ‘min’. Eigenlijk zou het heel fijn zijn, om even iets liefs te horen. Zou jij daar dan om vragen?

Het antwoord bij mij was lange tijd ‘Nee!’. Met daar achteraan de belemmerende overtuigingen: ‘dat doe je niet’, ‘ze zien me al aan komen’ en ‘wat is een stroke waard, als ik er zelf om vraag!’. Ja inderdaad, dat zijn dezelfde kritische noten als die ik eerder noemde bij het geven van complimenten. Waar ik deze zelf niet ervaar bij het geven van complimenten, kom ik ze dus wel tegen bij het vragen naar complimenten.

Met als gevolg, dat ik met een negatief of zwaar gevoel blijf lopen. Zelfs als ik het voorval bespreek. Ik ben gewoon een ‘love-junkie’.  Ik ga een stuk beter op een goede sfeer en harmonie. 

Na enig aandringen van mijn coach, ben ik er mee uit gaan proberen. Ik kan me de eerste keer nog goed herinneren dat ik na een lange aanloop, schoorvoetend en een tikje omslachtig aan mijn vriend vroeg; ‘Heb je misschien nog iets liefs wat je tegen me wilt zeggen?’ Nou. Dat was eruit. Ik was de drempel over. Een tikje ongemakkelijk wachtte ik zijn reactie af. 

Gelukkig kwam die snel. Vrijwel direct antwoordde hij: ‘Je bent een lekkerding.’ Ja, dat was lief natuurlijk. Ontzettend goed bedoeld ook. En niet wat ik bedoelde of waar ik echt behoefte aan had. Ik wilde iets over mijn innerlijk horen, dat had ik er niet bij gezegd dus dat kon hij natuurlijk niet weten.

Uiteraard kwam er gelijk een nieuw arsenaal aan belemmerende overtuigingen en conclusies langs: ‘Zie je dit werkt niet. Dat bedoelde ik niet. Maar ik ga er zeker niet nog een keer om vragen. Stom ook Ry, wees gewoon blij met wat hij tegen je zegt. ’

Vooraf had ik niet bedacht dat het over mijn innerlijk moest gaan. Al doende leert men, zeg maar. Na een hele innerlijke dialoog en uiteindelijk het idee dat ik duidelijker moest formuleren wat ik wilde horen, vroeg ik: ‘Lief, wat vind jij goede eigenschappen van mij?’

Nu duurde het iets langer. ‘Je bent lief, zorgzaam en een goede moeder.’

Slik.

De love junkie in mij was in een klap blij. En een tikje geroerd. 

Sindsdien probeer ik zo nu en dan om ‘iets liefs’ te vragen. Ik hou het nog even ‘veilig’ bij mijn lieve proefkonijn, die het toch nooit raar vind wat ik doe en me nog steeds leuk vind, als ik wel een beetje raar doe. Ik ben nog niet de drempel over om dat ook bij iemand anders te doen.

En dat is okee. Ik heb een stap vooruit gezet in het zorgen voor mijzelf en daar ben ik blij mee. Overigens is zoiets over jezelf zeggen, net zo goed een positieve stroke. Ook dat werkt voor een fijn gevoel. Nog even en ik ga ‘Tjakka’ tegen mezelf roepen! 😉

Blog 7: One compliment a day, keeps the doctor away (deel 1)

Hoeveel complimenten heb jij vandaag al gegeven?

Dit bordje hangt op mijn slaapkamer. Ik zie het iedere ochtend als ik op sta en ’s avonds voor ik naar bed ga. Ik hou van de positiviteit die er in zit. En met name ‘Nice butt’ hoor ik natuurlijk nooit genoeg!

Zonder grappen en grollen; in de jaren dat ik nu bezig ben met persoonlijke ontwikkeling staat een ding als paal boven water, ik leer een stuk sneller en beter wanneer ik positieve feedback krijg. 

Door mijn werk als trainingsacteur kwam ik al snel na mijn afstuderen in aanraking met feedbacktrainingen. Wat mij opviel is, dat er in dat soort trainingen met name wordt ingezoomd op hoe je iemand kritiek of verbeterpunten mee kan geven. 

Vaak werd er ook wel kort aandacht gegeven aan complimenten. Meestal was dit een relatief klein deel van de sessie. Vaak was dit wel hét moment van de training dat er een lach en ontspanning was. Ingrediënten die wat mij betreft heel belangrijk zijn als het gaat om leren. 

In mijn afstudeerstage had ik al gemerkt hoe het anders kon. Bij Acteursbureau Kapok werd ik begeleid tot trainingsacteur. Zij gaven ontzettend veel positieve bevestiging, naast natuurlijk aandachtspunten. De verhouding hier tussen was wel echt ruim in het voordeel van de positieve punten. Met de dag steeg mijn zelfvertrouwen. Wat nodig was, want die had een flinke deuk opgelopen tijdens mijn opleiding tot Theaterdocent. 

Tijdens de NLP-opleiding leerde ik over strokes. Strokes is een begrip dat komt uit de Transactionele Analyse, een andere methode waar ook mee gewerkt werd tijdens die opleiding. 

Een stroke is een uitspraak (of soms gedrag), wat een bepaald gevoel of gedrag bij jou oproept. Het grappige is dat ‘stroke’ in het Engels meerdere betekennissen heeft; het kan ‘klap’ betekenen, maar ook ‘aai’. Een stroke kan dus ook positief of negatief zijn. Of worden opgevat. 

Dat verschil tussen positief en negatief is vrij helder. Daarnaast heb je voorwaardelijke en onvoorwaardelijke strokes. Het verschil hiertussen is dat een voorwaardelijke stroke wordt gegeven op basis van iets wat je hebt gedaan of bereikt. Bijvoorbeeld: ‘Wat fijn dat je me geholpen hebt!’. Een onvoorwaardelijke stroke gaat over wie je bent. 

Mij viel het op, dat ik voornamelijk gewend ben om negatieve, voorwaardelijke strokes te geven en ontvangen. Bijvoorbeeld: ‘Dit kan je beter zo aanpakken.’ En dat ik eigenlijk liever, juist positieve strokes wil geven en ontvangen. 

Nu heb ik dat geven zelf in de hand. Positieve voorwaardelijke strokes gaan me makkelijk af. Positief onvoorwaardelijke strokes, daar kwam ik toch iets moeilijker op. En als ik ze bedacht, dan kreeg ik ze ook niet altijd even makkelijk over mijn lippen. Vanuit mijn beide benen die roestvast op de grond staan, klinkt het niet zo snel: ‘Ik waardeer jou om wie je bent.’ Terwijl ik dat vaak genoeg denk (weliswaar in andere bewoordingen, denk bijvoorbeeld aan: ‘Wat een leuk mens!’ of ‘Wat ben ik blij dat ik jou ken’.)

Een positief onvoorwaardelijke stroke wordt over het algemeen als het meest waardevol ervaren. Hierbij wat inspiratie:

‘Ik vind jou te gek.’ 

‘Jij bent een waardevolle vriend.’

‘Wat een fijne persoonlijkheid heb jij!’

‘De wereld is mooier met jou erin!’

Als je daar niet blij van wordt.. En het grappige is, dat dat niet alleen zo is als je een stroke ontvangt. Ook het uitdelen van strokes en het uiten van dankbaarheid draagt bij aan een gelukzalig gevoel.

In de opvoeding wordt nog wel eens gezegd, dat je van kinderen zachtgekookte eieren maakt, als je ze teveel complimenten zou geven. Daar geloof ik niet in. Ik geloof wel dat het goed is, om objectief te blijven kijken naar een kind. Het kan heus niet alles goed en niet alle tekeningen, zijn direct Picasso’s. Naast aanwijzingen die je geeft, kun je inzet die erachter zit, wel complimenteren. Dat maakt het zoveel leuker om te zeggen en te horen!

Lees gelijk door: Deel 2 – One compliment a day, keeps the doctor away